De kantonrechter van de rechtbank Den Haag heeft zeer recent in een belangwekkend vonnis van 29 maart 2019 beslist dat een slapend dienstverband na twee jaar ziekte in beginsel moet leiden tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst (hierna: oa) en dat met toekenning van een transitievergoeding. Veel werknemers hebben het advies gekregen bij ziekte van een werknemer voor een slapend dienstverband te kiezen, maar nu blijkt dat dit een grote financiële tegenvaller kan vormen voor de werkgever. De werknemers zullen nu zelf een beëindiging van de ao kunnen afdwingen bij de kantonrechter èn aanspraak kunnen maken op een volledige transitievergoeding!
In de zaak waarin de kantonrechter moest beslissen ging het kort om het volgende. De werknemer (verder: wn) was sinds december 2005 in dienst bij de werkgever (verder; wg) en sinds februari 2016 arbeidsongeschikt. De wg opteerde voor een slapend dienstverband. De wn stapte naar de rechter en stelde dat de wetgever nooit voor een slapend dienstverband had gekozen. De wn dwong bij de voorzieningenrechter een beslissing af. De ingestelde vordering hield in een bevel aan de wg om met onmiddellijke ingang de ao te beëindigen met een transitievergoeding van € 150.067,=!
De kantonrechter overweegt dat het sinds 1 juli 2015 (de datum van inwerkingtreding van artikel 7:673 BW, waarin de transitievergoeding is geregeld) voorkomt dat de wg de ao na twee jaar ziekte niet beëindigt om te voorkomen dat een transitievergoeding verschuldigd is. Dat is een zogenaamde slapende ao.
Wel is het zo dat er nu geen expliciete wettelijke grondslag bestaat om de wg te verplichten de ao op te zeggen. De Wet compensatie transitievergoeding legt zo’n plicht ook niet op aan de werkgevers. Toch meent de kantonrechter uit de wet en de toelichting daarop te lezen dat de wetgever het voortbestaan van een slapend dienstverband tegen wil gaan.
Al met al beslist de kantonrechter: ‘[H]et thans niet langer vol te houden is dat het in stand laten van een slapende arbeidsovereenkomst geen strijd met goed werkgeverschap kan opleveren’
Of het in stand laten van een slapend dienstverband in strijd is met het goed werkgeverschap hangt af van de omstandigheden van het geval. In deze zaak was geen enkel zicht op hervatting van werkzaamheden (ondermeer vanwege de vanwege de medische situatie). Door niet tot opzegging van de ao over te gaan handelde de werkgever in casu in strijd met haar plicht als goed werkgever (artikel 7:611 BW). Hierover is het laatste woord nog niet gesproken. In elk geval zullen nu veel werknemers die al twee jaar ziek zijn een beëindiging van het dienstverband kunnen afdwingen en daarbij een transitievergoeding kunnen claimen. Veel werkgevers wachten nu op de datum van 1 april 2020. Op die datum zou het UWV de transitievergoedingen die betaald moeten worden bij beëindiging van de ao na twee jaar ziekte voor de werknemers compenseren. Die compensatieregeling heeft ook terugwerkende kracht. De kantonrechter is hiervoor ook niet gevoelig en stelt dat die toekomstige compensatieregeling een onvoldoende zwaarwegend belang oplevert.
Vragen? U kunt ze stellen aan mr. drs. J. Wouters, advocaat.