Strafzaken en redelijke termijn. Hoe lang mag een strafzaak aanslepen? Een nieuw inzicht!?
Ons kantoor heeft voor een onderneming een technisch ingewikkelde, grote strafzaak behandeld bij de rechtbank Amsterdam. Dat leidde tot het vonnis 29 april 2020. Wij hebben als verdediging ondermeer betoogd dat de behandeling van de zaak te lang heeft geduurd. De rechtbank is meegegaan in ons standpunt. De rechtbank geeft in haar motivering over de lange duur van de strafprocedure het volgende standpunt weer.
‘In beginsel moet een strafzaak binnen twee jaar tot een afronding komen. De redelijke termijn in de zaak van verdachte is gestart op 15 januari 2016. De rechter-commissaris heeft toen een machtiging gegeven voor het leggen van conservatoir beslag bij [verdachte]. Vanaf dat moment kon verdachte ervan uitgaan dat zij zou worden vervolgd.
De zaak had dus in beginsel uiterlijk twee jaar later, op 15 januari 2018 afgerond moeten zijn met een eindvonnis van de rechtbank. De rechtbank doet pas op 29 april 2020 uitspraak. De redelijke termijn is dus met ruim twee jaar en drie maanden overschreden. Dat is een forse overschrijding die niet aan de verdediging te wijten is, maar vooral aan organisatorische en logistieke kwesties bij de rechtbank en het Openbaar Ministerie. Voor deze overschrijding krijgt verdachte een strafkorting van € 20.000,=’.[dat was een korting van de helft van de straf!]
En tevens -wellicht nog sprekender uitspraak van dezelfde rechtbank is te lezen in ECLI:NL:RBAMS:2019:10062 (u kunt dat via google zelf lezen). Daarin volgt wegens overschrijding van de redelijke termijn van die 2 jaren een niet-ontvankelijkheids-beslissing van de rechtbank! De verdachte was dus hiermee door de lange duur van de procedure volledig af van de strafvervolging.
De laatste tijd leek het zo te zijn dat de lange duur van een strafprocedure weinig voordeel of korting in de straf betekende. Dat blijkt dus -in elk geval bij de rechtbank Amsterdam – niet zo te zijn. Wij zullen sterk blijven bepleiten dat een langere duur dat twee jaar moet leiden tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbanken zullen, ondanks de corona-tijd, hierop attent moeten zijn.
Ons kantoor is nu geconfronteerd met strafzaken die bijvoorbeeld al 8 jaar, 4 jaar, 3 jaar aanslepen, zonder activiteit van het Openbaar Ministerie. Het verdient aanbeveling om dat aan de rechtbank een verzoek te richten om te verklaren dat de zaak als geëindigd moet worden beschouwd. Als de rechtbank dat verzoek honoreert gaat de hele strafzaak definitief in de prullenmand.
Hebt u hierover vragen dan kunt u die stellen aan de advocaat mr.drs. J. Wouters (tel. 0118-640300) of via info@woutersadvocaten.nl